Sinds 2011 zijn wij als adviseur technische installaties – onder het regime van een raamcontract – betrokken bij alle renovatie- en nieuwbouwprojecten van MUMC+ (azM). Het betreft adviesopgaven vanaf initiatieffase tot en met oplevering en nazorg (conform DNR STB). Facilitair Bedrijf betrekt ons bij opgaven in Beheer en Onderhoud. Onze advieswerkzaamheden hebben betrekking op alle onderdelen van de technische installaties: werktuigbouwkundige installaties, brandveiligheidsinstallaties (o.a. sprinkler en brandmelding), beveiligingsinstallaties, elektrotechnische installaties en ICT- en AV installaties.
We zijn gestart met het ontwerp van de renovatie van het bestaande OK-complex. Beide projecten samen vormen één van de grootste OK-complexen van (Zuid-)Nederland. Het OK-complex omvat in totaal 20 OK’s, waarvan 2 OK’s uitgevoerd zijn als hybride OK’s. Daarnaast bestaat het complex uit een Recovery en Holding afdeling met in totaal 51 bedden. Het complex wordt gecompleteerd door een CSA met een oppervlakte van circa 950m2. Het project is in een samenspraak en met een intensieve samenwerking met projectmanagement, architect, constructeur, gebruikers (van alle betrokken afdelingen) en technische mensen van het ziekenhuis ontwikkeld tot een integraal bestek, waarmee de markt via een Europese aanbesteding is benaderd. Typerend voor de aanpak zijn intensieve gebruikersoverleggen, waar de expertise, kennis en kunde van het ontwerpteam (projectmanagement, architect, constructeur en installatie adviseur), gebruikers en de technische mensen van het ziekenhuis bijeen zijn gekomen, en zo de lay-out en technische voorzieningen van de verschillende afdelingen en ruimten in samenspraak bepaald zijn. Het resultaat is een integraal en efficiënt ontwerp van het complex.
De installaties zijn gebruiksvriendelijk, op “state of the art” niveau en onderhoudsvriendelijk ontworpen. De keuze van materialen en systemen is milieuvriendelijk en energiezuinig. Functionaliteit, bedieningsgemak en robuustheid zijn basisbegrippen in de systeemopzet.
Bij de keuze van installatiesystemen en onderdelen is gestreefd naar minimalisatie van ‘total life-cycle costs’ (investering en exploitatiekosten).